Professor Peter Piot, dank u wel om de tijd te nemen voor dit gesprek. U bent een expert op vlak van life & health science ecosystems, zowel in het Verenigd Koninkrijk als in Vlaanderen. Wat zijn volgens u de grootste kwaliteiten van Vlaanderen in deze sector? Ziet u in het VK ‘best practices’ die als voorbeeld zouden kunnen dienen voor Vlaanderen?
De cijfers spreken voor zichzelf: Vlaanderen heeft een van de meest belangrijke life & health science ecosystems in Europa. Daar is geen twijfel over, gezien het aantal start-ups en buitenlandse investeringen in Vlaanderen.
Vlaanderen heeft haar belangrijke en succesvolle ecosysteem voornamelijk te danken aan de stichting van het VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie) in 1995. Het VIB is een non-profit onderzoeksinstituut met een duidelijke focus op baanbrekend fundamenteel onderzoek in life sciences en werkt nauw samen met de vijf Vlaamse universiteiten – Universiteit Gent, KU Leuven, Universiteit Antwerpen, de Vrije Universiteit Brussel en de Universiteit Hasselt. Dit heeft de dynamiek van de werkwijze voor onderzoek in de Vlaamse academisce wereld drastisch veranderd en heeft de samenwerking tussen de universiteiten enorm verbeterd: het is een systeem dat gebaseerd is op verdienste, waarin het minder belangrijk is voor wie je werkt, maar eerder wat je kan bijdragen en wat de resultaten van je onderzoek zijn. Het VIB brengt universiteiten, kleine biotech en grote farma samen. Vergeet niet dat er een heel aantal farmareuzen in Vlaanderen gevestigd zijn, zoals Janssen en UCB, en vergeet ook niet dat een groot deel van Europa momenteel gevaccineerd wordt tegen Covid-19 met een vaccin dat in Puurs gefabriceerd wordt door Pfizer.
Het VIB heeft twee doelen: wetenschappelijk onderzoek van wereldklasse stimuleren en financieren, en dit naar de praktijk vertalen. Dit is uniek, en in dit aspect staat Vlaanderen echt aan de top. Ik heb soms het gevoel dat dit in Vlaanderen niet helemaal is doorgedrongen. Maar als je nadenkt over wat we bereikt hebben, is het echt indrukwekkend!
Een ander voorbeeld: het Rega Instituut voor Medisch Onderzoek aan de KU Leuven. Er bestaat geen enkel ander instituut ter wereld dat zo veel antivirale middelen heeft ontdekt. Dit is allemaal mogelijk dankzij een meer en meer aantrekkelijk ecosysteem voor health & life sciences.
Ik denk dat dit een mooi voorbeeld is van hoe een regering onderzoek kan stimuleren. Het opzetten van het VIB in 1995 was een heel vooruitziend initiatief. Naar mijn mening verdient de toenmalige Minister-President van Vlaanderen, Luc Van den Brande, hier een standbeeld voor! Het is een volledig pakket aan maatregelen dat van Vlaanderen een heel aantrekkelijke bestemming maakt voor health & life science bedrijven. We hebben de kennis, de steun van de regering, deskundigen, fantastische universiteiten, ... alles wat je nodig hebt om een aantrekkelijke onderzoeks-en investeringsomgeving te creeëren.
Kan u wat verder uitwijden over de uitdagingen voor de gezondheidssector in het VK en Vlaanderen? Zijn er gebieden waarop we nauwer kunnen samenwerken?
We kunnen altijd bijleren van onze buren. In het VK, bijvoorbeeld, is de regering bij sommige onderzoekssamenwerkingen betrokken. Een goed voorbeeld hiervan is het Dementia Research Institute, geleid door Vlaams academicus Professor Bart De Strooper. De regering kent het instituut subsidies toe, kiest een centrale onderzoekshub en trekt andere instituten aan om mee te doen en in de subsidies te delen. Zo zijn er verschillende in het VK, zoals de UK BioBank en Health Data Research UK, en ook initiatieven die ondersteund worden door het National Institute for Health Research en de Medical Research Council. Momenteel zijn er in Vlaanderen of België geen gelijkaardige initiatieven.
Ik vind ook dat in België elke patiënt deel zou moeten uitmaken van klinisch onderzoek. Dit is iets wat in het VK goed loopt, en het is een van de redenen waarom Britse universiteiten samen in geen tijd klinische proeven hebben kunnen opzetten. De regering maakte onmiddelijk geld vrij voor dit soort onderzoek, men recruteerde patiënten en er werd vrij snel een vaccin ontwikkeld.
Vlaanderen en het VK hebben hetzelfde probleem: er is gebrek aan risicokapitaal in de medische sector. Ter vergelijking: in de Verenigde Staten is er niet alleen risico- en vermogenskapitaal, maar ook aanzienlijke steun van de regering voor het ontwikkelen van vaccins en geneesmiddelen, zoals bijvoorbeeld via BARDA. Dit laatste is een mechanisme dat we nu ook in de EU zullen opstarten.
Op vlak van samenwerking tussen Vlaanderen en het VK: het VK heeft net het Office for Science & Technology Strategy geöpend, geleid door Chief Scientific Advisor Sir Patrick Vallance. Ik denk dat het een goed idee is voor Vlaanderen om een gesprek aan te gaan.
We mogen ook de filantropie niet vergeten, zoals bijvoorbeeld de Wellcome Trust. Zij geven jaarlijks miljarden ponden uit aan onderzoekssteun. Het meeste daarvan gaat naar medisch onderzoek. In België zien we een meer bescheiden trend: de Koning Boudewijn Stichting is steeds vaker een bron van steun voor medisch onderzoek, door middel van specifieke nalatenschappen. Daar is een mogelijkheid tot samenwerking. En natuurlijk kunnen universiteiten, zowel de grote als de kleine, blijven samenwerken.
Covid-19 en internationaal reizen gaan niet samen. Hoe kunnen de toerisme- en reissector aan deze grote uitdaging tegemoet komen?
Vaccins spelen een fundamentele rol. We zullen nooit 100% bescherming tegen virussen kunnen garanderen, maar we moeten wel in die richting evolueren.
Ik ben er ook van overtuigd dat dit coronavirus niet zal weggaan. We zullen ermee moeten leren leven en we zullen bepaalde risico’s moeten accepteren. Het testen zal moeten blijven voortduren en er zullen altijd weer nieuwe varianten ontstaan. Neem bijvoorbeeld de Delta variant: die circuleert al bijna overal, en de UEFA2020 zal zeker bijdragen tot verspreiding. Het alternatief is het beleid in Australië of Nieuw-Zeeland waar het land voor onbepaalde tijd van de buitenwereld is afgesloten, zonder een duidelijk plan om te heropenen.
Ik wil benadrukken dat vaccineren het belangrijkste is dat we kunnen doen. Het gebruik van vaccpaspoorten kan ons toelaten opnieuw te reizen.
Mocht ik binnenkort weer reizen per vliegtuig, zal ik een masker dragen, zelfs al ben ik volledig gevaccineerd- net zoals ik al doe wanneer ik in Londen het openbaar vervoer neem. Ik zal ook een masker dragen in kleine en slecht geventileerde ruimtes. Ik heb Covid-19 gehad en wil dat niet meer meemaken. Dit is een van de dingen die we voor de komende paar jaar zullen moeten blijven doen. Ik realiseer me dat dit voor sommigen moeilijk is, maar het is eenvoudig, goedkoop en schadeloos. Ik ben blij te zien dat mensen dit begrijpen en hun gedrag aanpassen.
Het is een feit dat Covid niet zal weggaan tenzij we de hele wereld vaccineren. Is dit realistisch, en wat zou u aanraden om dit te bereiken?
Dit is een vraag die me momenteel heel erg bezig houdt. Zolang dit probleem niet overal is opgelost, is het nergens opgelost. Het probleem is dat er niet genoeg vaccins zijn. Gelukkig kan dit een voorlopig probleem zijn. Het is niet zo eenvoudig als zeggen: laten we de patenten voor het vaccin uitbreiden en we hebben vaccins voor iedereen. Het is een stuk ingewikkelder. We moeten rekening houden met distributie, en we hebben onlangs leveringsproblemen gezien bij sommige farmabedrijven. Het kan een probleem zijn met de levering van filters, of bepaalde chemicaliën, om het even wat, dat de distributie kan bemoeilijken. Het verbod op de uitvoer van zulke essentiële producten vanuit de Verenigde Staten helpt het probleem niet vooruit.
Neem bijvoorbeeld India. India is de grootste uitvoerder van vaccins ter wereld. Maar door de recente uitbraak van een variant van het virus, verbood India de uitvoer van vaccins om het eigen volk te kunnen vaccineren. Men moet met veel zaken rekening houden bij het opzetten van een wereldwijde productielijn voor vaccins. De EU heeft meer dan de helft van de vaccins die in Europa geproduceerd zijn uitgevoerd, waarvan een heel deel naar het VK. We zouden ook serieus moeten nadenken over het steunen van de productie van vaccins in Afrika, zodat de distributie van de vaccins niet aan politieke ontwikkelingen onderhevig is.
Ik denk ook dat we heel realistisch moeten zijn: in het geval dat het virus wereldwijd blijft circuleren, zal het heel moeilijk zijn terug te komen van een buitenlandse reis zonder door het testen en alle administratie te moeten waar we momenteel mee zitten. De constante circulatie van een variant is ook een perfecte broedhaard voor nieuwe varianten. Onze huidige vaccins kunnen een variant bestrijden, op voorwaarde dat je volledig gevaccineerd bent, maar het is perfect mogelijk dat er op een dag een variant op de proppen komt die bestand is tegen onze huidige vaccins.
Professor Piot, u keert deze zomer terug naar België. Kan u enkele van uw professionele plannen met ons delen?
Ik zal halftijds als professor verbonden blijven aan de London School of Hygiene and Tropical Medicine. In die positie probeer ik een verbinding te blijven tussen Vlaanderen en het VK. Mijn dochter en kleinkinderen wonen in het VK, dus ik zal blijven terugkomen.
Voor zolang de pandemie onze volle aandacht vraagt, blijf ik tegelijkertijd ook Special Advisor bij Ursula Von der Leyen (de voorzitter van de Europese Commissie). Ik zal ook op halftijdse basis aan de slag gaan bij het Rega Instituut en bij het bestuur van het VIB. Afrika en Azië staan ook op het programma en ik volg mijn echtgenote Heidi Larson, wiens werk op het vlak van vaccin vertrouwen op dit ogenblik erg gegeerd is.
Tot slot: naar welke plaatsen in België kijkt u uit om terug te zien? En welke plaatsen zou u aanraden aan buitenlandse bezoekers?
Ik ben opgegroeid in Keerbergen, niet echt een toeristische trekpleister, maar ik kijk ernaar uit het opnieuw te bezoeken. Wat ik aan elk bezoek aan België en Vlaanderen kan smaken is dat onze geschiedenis en erfgoed nog heel zichtbaar zijn. Of het nu de Grote Markt in Antwerpen is, of de Korenlei in Gent, of de Grote Markt in Brussel, overal zie ik de geschiedenis en dat is van onschatbare waarde. Ik hou van goede Belgische restaurants. Londen heeft natuurlijk ook fantastische restaurants, maar de typische Vlaamse gezelligheid is iets wat ik hier in het VK niet heb gevonden. Bovendien is ‘gezellig’ een onvertaalbaar woord.
Tenslotte ben ik een fietser en ik kijk er erg naar uit om het Vlaamse platteland per fiets te ontdekken.
Professor Peter Piot, nogmaals hartelijk dank voor uw tijd.