Dit onderdeel van onze maandelijkse nieuwsbrief belicht iemand waarmee we recent hebben samengewerkt of die een professionele band heeft met Vlaanderen. Deze maand is het de beurt aan: Derek Blyth.
Brits Journalist en schrijver Derek Blyth woont al meer dan 30 jaar in Brussel, en heeft alle hoekjes van de stad ontdekt, te voet of op de fiets. Hij was hoofdredacteur van het Engelstalige Brusselse magazine The Bulletin en heeft meerdere boeken over de Lage Landen geschreven. Hij is eveneens de schrijver van The 500 Hidden Secrets of Antwerp, Bruges, Brussels and Ghent, and Hidden Belgium. Zijn bestsellers worden geprezen voor het laten zien van een kant van België waarvan de mensen het bestaan niet wisten. Voor zijn meest recente reeks 'Tour of Flanders', in samenwerking met Ons Erfdeel, bezoekt hij de minder bekende kleine steden in Vlaanderen.
Derek Blyth, dank u wel om ons te woord te staan. U woont al meer dan 30 jaar in België, hoe bent u bij ons terecht gekomen?
Uit nieuwsgierigheid: ik vond dat België er interessant uit zag. Ik werkte als journalist in Amsterdam, en verveelde me een beetje. Ik bracht een bezoek aan Gent, wat toen bijna niemand deed. Ik raakte geïnteresseerd in Antwerpen, toen ook vrij onbekend, en de kleinere steden, zoals Mechelen, Ieper en Oostende. Ik wilde er meer over te weten komen en ik had het geluk dat ik een baan kreeg bij een Engelstalig magazine in Brussel, om uitsluitend over België te schrijven. Ik dacht dat ik voor een jaar of twee zou blijven om dan een andere plek op te zoeken, zoals Parijs of Berlijn. Maar hier ben ik nog steeds en schrijf nog steeds over België.
U heeft uitgebreid over Vlaanderen en haar steden geschreven. Wat vindt u zo aantrekkelijk aan hen?
Omwille van hun geschiedenis hebben de Vlaamse steden een kosmopolitische, Europese sfeer.
De architectuur is een mix van verschillende stijlen: Frans, Nederlands, Habsburgs, naast een hint van Amerika. Vlaamse steden hebben fantastische pleinen, niet alleen de Grote Markt, maar de kleine, intiemere pleintjes zoals het Hendrik Conscienceplein in Antwerpen. Dat is waar de café’s, het bier, het frietkot te vinden zijn en soms ook een festival. Soms heeft het een Italiaanse sfeer, vooral in de zomer. Wat ik het leukste vond aan mijn reizen door Vlaanderen was de plaatselijke kennis van de mensen, Waar ik ook ging, wisten de mensen alles : ze vertelden me de namen van de beste restaurants, de beste fietsroutes, het beste chocoladewinkeltje, … er is veel lokale trots, iets wat ik erg apprecieer.
Hoe verschillen ze van vergelijkbare steden in het VK?
Een opmerkelijk verschil is dat Vlaamse steden een geschiedenis hebben van oorlog en bezetting. Ze zijn ontelbare keren onder de voet gelopen en met de grond gelijk gemaakt. Ieper, bijvoorbeeld, was compleet verwoest in de Eerste Wereldoorlog, er was bijna niets over behalve een hoop stenen.
Dat is helemaal anders in Groot-Brittannië, waar de laatste invasie dateert van 1066! Het voelt er vrediger. Maar misschien minder komopolitisch.
Denkt u dat de Britten hun Belgische en Vlaamse buren goed kennen?
Nee, niet echt. Dat is verbazend, want Vlaanderen is Groot-Brittannië’s naaste buur. De twee landen delen een gelijkaardige cultuur en een gelijkaardige geschiedenis.Toch zal een Brit gemakkelijker naar Barcelona of Praag vliegen, dan de Eurostar naar Brussel te nemen om daar over te stappen op een trein naar Leuven of Hasselt. Misschien denken de Britten wel dat België te dichtbij ligt om interessant te zijn!
Wat zijn volgens u de uitdagingen voor het reizen ‘post-Brexit’?
Brexit heeft de Britten tegen Europa gekeerd, dat is tragisch. De uitdaging voor Vlaanderen is de Britten ervan te overtuigen dat ze nog steeds welkom zijn. Er zijn eindeloze voorbeelden van mensen die het Kanaal zijn overgestoken om tijd door te brengen in Vlaanderen- William Caxton, die het eerste boek in het Engels in Brugge heeft geprint, Anne Boleyn die de kunst van de hoofse liefde in Mechelen leerde, Aldoux Huxley die verliefd werd op een vrouw uit Sint-Truiden…Als ik een campagne zou opzetten om Britse toeristen aan te trekken zou ik iets zeggen als : ‘Welkom in Vlaanderen, je tweede thuis’.
Wat met de uitdagingen van Covid 19? Hoe ziet u de toekomst van reizen?
De Covid crisis heeft een heleboel mensen opnieuw doen nadenken over hun reisplannen. Het heeft iedereen meer attent gemaakt op het belang van open ruimte, beweging en de natuur. Voor lange tijd zullen mensen niet naar overvolle plaatsen willen terugkeren, denk ik. Ik heb de indruk dat ze eerder op zoek zijn naar plaatsen die een gevoel van welzijn geven.
Ik zou zeggen dat de Vlaamse steden heel goed in dit scenario kunnen passen door de nadruk te leggen op open ruimtes, fietstochten en stadswandelingen. Maar zeker op fietsen, want dat is iets dat Vlaanderen uniek maakt. Het is voor een toerist nog steeds vrij moeilijk om een fiets te huren, ook al is er een fantastisch netwerk van fietsroutes in de regio. Het zou mogelijk moeten zijn om een citytrip te boeken waarin het huren van een fiets begrepen is, samen met een fietskaart die veilige en inspirerende routes, fietsvriendelijke café’s en reparatiepunten aangeeft. Gemakkelijk te doen.
Breder gezien denk ik dat de toekomst van het reizen zal worden bepaald door Tik Tok. Die korte videoclips hebben een grote invloed op waar mensen naartoe gaan, veel meer dan reisgidsen of artikels.
Voor de serie ‘Tour of Flanders’ heeft u de minder bekende kleine stadjes van Vlaanderen bezocht: welke zou u aanbevelen?
Ik vond Lier een perfect klein stadje, met een vriendelijke toeristenkantoor, een fascinerend plaatselijk museum en interessante wandelroutes. Ik had ook een leuke tijd in Aalst, dat als een combinatie van Antwerpen en Gent aanvoelt. En ik had heel veel plezier in het ontdekken van de heuvels rond Oudenaarde, per fiets! Maar alle 15 stadjes bleken interessant. Zelf Vilvoorde, waarvan ik verwacht had dat het grauw en industrieel zou zijn, ontpopte zich als een fascinerend voorbeeld van stadsvernieuwing. Dit zou wel eens een hippe bestemming kunnen worden en binnen een vijf- tot tiental jaar zou Vilvoorde best ‘the place to be ‘ kunnen zijn.
Waar zou u een weekendje in Vlaanderen & Brussel doorbrengen?
Dat is een moeilijke keuze! Ik zou voor een weekend in Mechelen kunnen gaan, en dan overnachten in het Martin’s Patershof, een hotel in een voormalige kerk. De Belgische zanger Stromae heeft hier zijn huwelijksreis doorgebracht. De volgende ochtend zou ik te voet de stad verkennen, via het netwerk van nieuwe paden langs het water. Ik zou ook het prachtige begijnhof bezoek, op de toren van de kathedraal klimmen en naar de beiaard luisteren, die elk uur speelt. Voor de lunch zou ik naar de nieuwe Vleeshal gaan, voor street food. Na de middag zou ik het ontnuchterende Holocaust museum bij de Kazerne Dossin bezoeken, en een kijkje nemen in de mooie stadsbibliotheek. De volgende dag zou ik een fiets huren en naar het verlaten dorpje Zennegat rijden, onderweg een hapje eten in een café en dan terugkeren voor een glas Gouden Carolus op het terras van het romantische café De Gouden Vis.
Derek Blyth, hartelijk dank voor dit fijne gesprek!